Een jongeman bewerkt vol overgave een pentagram.
Op de achtergrond is een geel pad te zien, dat naar de stad voert.
De persoon op deze kaart is zeer geconcentreerd en heeft enkel oog voor zijn werk. Hij gaat er helemaal in op.
De gele weg naar de stad duidt aan, dat zijn werk ook voor de buitenwereld bestemd is.
Het geel van de weg verwijst naar de geestelijke gerichtheid. De waarde van het werk wordt vermeerderd, indien het de gemeenschap dienen kan.